Er heerst rondom dit thema nog steeds een taboe-achtige sfeer. Als professional wil je optimale zorg verlenen. Op het moment dat er zich een medisch incident voordoet heeft dit veel impact op alle betrokkenen. Het alleen moeten verwerken van het gebeurde, komt in de medische wereld helaas nog veel voor. Naast schaamte komen gevoelens van schuld en angst voor herhaling van een ‘fout’ vaak voor.
Wellicht goed bedoelde opmerkingen van collega’s als ‘ach het is inherent aan het vak’, zijn als ondersteuning om met dit leed om te gaan op zijn zachts gezegd niet helpend. De impact op de betrokkene kan zo ver reiken dat artsen of verpleegkundigen stoppen met hun vak.
Roepen dat er een meer open cultuur rondom incidenten moet komen is niet voldoende. Wat wel helpt is laagdrempelige hulp van directe collega’s en collega’s die een voorbeeld stellen door zelf open te zijn over wat hen is overkomen. Als je hoort van een collega dat het volkomen normaal is als je je ellendig voelt na een incident, is dat een eerste stap richting verwerking.
Ik gun dan ook iedere zorgprofessional een peer supporter om daarmee gedachten en gevoelens te kunnen delen na een medisch incident, of calamiteit. Ik hoop dat ondersteuning door collega’s zo normaal wordt dat we over een aantal jaren kunnen zeggen dat intercollegiale opvang hoort bij het werk. De zorg die je aan een patiënt verleent, mag je ook voor jezelf vragen. Dit is de manier om je vak met plezier en toewijding te blijven kunnen uitoefenen.