Tijdens de coronaperiode droomde ik vaak van een huis alleen, zonder De Man die hard aan het videobellen was. Wat is dat trouwens toch met mannen dat als ze gaan bellen, ze het gevoel krijgen dat ze aan bakboord staan en tegen een harde westenwind in moeten schreeuwen? Misschien iets van vroeger uit: ‘He Hans, als jij linksom gaat verkennen, ga ik rechtsom, dan pakken we die bunzing wel!’
Snakkend uitkijken naar een leeg huis
Snakkend keek ik uit naar een leeg huis zonder een lusteloze puber die elke ochtend tegen 10:00 uur haar bed uit rolde, stoïcijns de koelkastdeur opende en zei: ‘Er is helemaal niks in huis!’ ‘Hoezo is er niks in huis? Er liggen eieren, jam, beleg, wat mis je dan? Anders haal je zelf wat grrr….’ Tegen de tijd dat ik mezelf bivakkeerde in mijn werkkamer en mijn irritatie probeerde weg te poetsen (en mantraatjes opsomde: alles is liefde, alles is liefde, alles is grrr…) moest ik eerst een half uur thee drinken om mijn stressniveau naar het 0 punt te brengen om me te kunnen focussen op werk.
Lange leve het thuiswerken
Vaak vroeg ik me af hoe andere huishoudens dit klaarspeelde, elke dag weer. En dan had ik niet eens kleine kinderen die ik thuisonderwijs moest geven. In de weekenden wilde ik dan ook het liefste alleen zijn. Ik ontwikkelde een blik. Dat hield zo’n beetje in dat ik vragend keek en zo onopvallend mogelijk zei: ‘Goh wat zijn jullie plannen eigenlijk vandaag?’ De passief agressief ondertoon onderging mijn slimme partner en dochter niet, want eigenlijk betekende het: Alsjeblieft, ga weg! Het gaf stof tot nadenken over de mensch en wat maakt dat samenzijn met een gezin fijn is. In mijn geval (en vermoed ook vele andere gevallen) dat er ook voldoende tijd alleen is. Het maakt dat je je kan verheugen op de tijd die je samen deelt. De mensch in een gezond evenwicht of zoiets.
Moet jij niet eens naar kantoor?
Toen er dan ook weer gewerkt mocht worden op kantoor, duwde ik zowat De Man het huis uit met zijn eigen gesmeerde boterhammen, zwaaide De Dochter uit en maakte een rondedansje in de kamer. Gelukkig was ik niet de enige in mijn soort. Zo bleek een vrouw haar man elke dag te vragen: ‘Zeg, moet jij niet eens naar kantoor vandaag?’ Een andere vrouw werd gek van haar man die elk half uur op haar deur klopte, om ‘gezellig samen koffie te drinken.’ Zij werd zijn allerbeste collega. Het kon dus goed bekeken allemaal nog een graadje erger.
Heel veel tijd alleen
Maar…toen het kantoorwerken weer op gang kwam en ik ineens zeeën van tijd had om me te herstellen van mijn operatie bekroop me ineens een ander gevoel. Ik bracht ineens veel tijd alleen door. De kosmos gaf me een dikke vette knipoog: zeg hoor eens, jij wenste toch veel tijd alleen, nou het heeft even geduurd maar hier is het dan. De Dochter vloog ondertussen voor de tweede keer het nest uit naar een nieuwe kamer.
Een zeurend leeg nest syndroom
Het lege-nest-syndroom sloop weer binnen via een achterdeur. Het zorgde voor een zeurende lege kamer in mijn huis maar vooral in mijn hart. Mijn dochter vond haar draai op kamers en ik ben ongelofelijk trots op haar dat ze op haar eigen benen staat. Als ze zondagavond binnen komt vliegen maakt mijn hart een huppeltje. En als ze maandagochtend vertrekt, zeurt de lege hartkamer: daar gaat ze weer. Ik ontwikkelde een nieuwe blik, die van: blijf-je-nog-een-nachtje? waarop mijn dochter terecht zei: ‘Mam, ik heb een eigen leven hoor!’
De Man vluchtte naar kantoor
In het vacuüm van tijd snakte ik naar mijn dochter en naar samenzijn met andere mensen. Ik wilde ineens heel veel koffie drinken samen met De Man. Hij vluchtte naar kantoor. Met nog een lege agenda en geconfronteerd met de drukte van anderen om me heen, dacht ik: Wat nu? Wat ging ik eigenlijk doen met al die tijd? Bunzingen jagen? Teveel tijd alleen weet ik nu, is ook niet goed en kan ook stress geven. De mensch heeft beiden nodig, iets met een gezond evenwicht.
Snakkend uitkijken naar een leeg huis
Snakkend keek ik uit naar een leeg huis zonder een lusteloze puber die elke ochtend tegen 10:00 uur haar bed uit rolde, stoïcijns de koelkastdeur opende en zei: ‘Er is helemaal niks in huis!’ ‘Hoezo is er niks in huis? Er liggen eieren, jam, beleg, wat mis je dan? Anders haal je zelf wat grrr….’ Tegen de tijd dat ik mezelf bivakkeerde in mijn werkkamer en mijn irritatie probeerde weg te poetsen (en mantraatjes opsomde: alles is liefde, alles is liefde, alles is grrr…) moest ik eerst een half uur thee drinken om mijn stressniveau naar het 0 punt te brengen om me te kunnen focussen op werk.
Lange leve het thuiswerken
Vaak vroeg ik me af hoe andere huishoudens dit klaarspeelde, elke dag weer. En dan had ik niet eens kleine kinderen die ik thuisonderwijs moest geven. In de weekenden wilde ik dan ook het liefste alleen zijn. Ik ontwikkelde een blik. Dat hield zo’n beetje in dat ik vragend keek en zo onopvallend mogelijk zei: ‘Goh wat zijn jullie plannen eigenlijk vandaag?’ De passief agressief ondertoon onderging mijn slimme partner en dochter niet, want eigenlijk betekende het: Alsjeblieft, ga weg! Het gaf stof tot nadenken over de mensch en wat maakt dat samenzijn met een gezin fijn is. In mijn geval (en vermoed ook vele andere gevallen) dat er ook voldoende tijd alleen is. Het maakt dat je je kan verheugen op de tijd die je samen deelt. De mensch in een gezond evenwicht of zoiets.
Moet jij niet eens naar kantoor?
Toen er dan ook weer gewerkt mocht worden op kantoor, duwde ik zowat De Man het huis uit met zijn eigen gesmeerde boterhammen, zwaaide De Dochter uit en maakte een rondedansje in de kamer. Gelukkig was ik niet de enige in mijn soort. Zo bleek een vrouw haar man elke dag te vragen: ‘Zeg, moet jij niet eens naar kantoor vandaag?’ Een andere vrouw werd gek van haar man die elk half uur op haar deur klopte, om ‘gezellig samen koffie te drinken.’ Zij werd zijn allerbeste collega. Het kon dus goed bekeken allemaal nog een graadje erger.
Heel veel tijd alleen
Maar…toen het kantoorwerken weer op gang kwam en ik ineens zeeën van tijd had om me te herstellen van mijn operatie bekroop me ineens een ander gevoel. Ik bracht ineens veel tijd alleen door. De kosmos gaf me een dikke vette knipoog: zeg hoor eens, jij wenste toch veel tijd alleen, nou het heeft even geduurd maar hier is het dan. De Dochter vloog ondertussen voor de tweede keer het nest uit naar een nieuwe kamer.
Een zeurend leeg nest syndroom
Het lege-nest-syndroom sloop weer binnen via een achterdeur. Het zorgde voor een zeurende lege kamer in mijn huis maar vooral in mijn hart. Mijn dochter vond haar draai op kamers en ik ben ongelofelijk trots op haar dat ze op haar eigen benen staat. Als ze zondagavond binnen komt vliegen maakt mijn hart een huppeltje. En als ze maandagochtend vertrekt, zeurt de lege hartkamer: daar gaat ze weer. Ik ontwikkelde een nieuwe blik, die van: blijf-je-nog-een-nachtje? waarop mijn dochter terecht zei: ‘Mam, ik heb een eigen leven hoor!’
De Man vluchtte naar kantoor
In het vacuüm van tijd snakte ik naar mijn dochter en naar samenzijn met andere mensen. Ik wilde ineens heel veel koffie drinken samen met De Man. Hij vluchtte naar kantoor. Met nog een lege agenda en geconfronteerd met de drukte van anderen om me heen, dacht ik: Wat nu? Wat ging ik eigenlijk doen met al die tijd? Bunzingen jagen? Teveel tijd alleen weet ik nu, is ook niet goed en kan ook stress geven. De mensch heeft beiden nodig, iets met een gezond evenwicht.